Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Asaf was het hoofd, en Zecharja [6]de tweede na hem; Jeiel, en Semiramoth, en Jehiel, en Mattithja, en Eliab, en Benaja, en Obed-edom, en Jeiel, met instrumenten der luiten en met harpen; en Asaf liet zich horen met cimbalen; 6. Hebreeuws, zijn tweede.